Zijn de normen voor het controleren van de informatie vanuit de verplichting van de CSRD al duidelijk?
Tijdens het webinar van maart jongstleden over de CSRD en de urgentie van verduurzamen in het mkb zijn er door de deelnemers vragen gesteld die SRA zou beantwoorden. Dit is de tweede vraag in een reeks.
De volgende vraag die binnenkort wordt beantwoord luidt: wordt de CSRD-rapportage een onderdeel van het bestuursverslag of wordt dit een afzonderlijke rapportage? Heeft u meer vragen over de CSRD of andere vaktechnische vragen rond duurzaamheid, mail dan naar vaktechniek@sra.nl. |
Wie wordt de auditor?
Een grote wijziging van de verplichte duurzaamheidsrapportage CSRD ten opzichte van haar voorganger is dat de ESG-informatie (ESG staat voor Environmental, Social en Governance) die door de onderneming wordt gedeeld, door een auditor moet worden getoetst en moet worden voorzien van een verklaring met een beperkte mate van zekerheid. Deze auditor kan een accountant zijn of een andere expert op het gebied van assurance. De CSRD geeft geen monopoly voor de accountant in Nederland of Europa. Een voorwaarde die de CSRD wel stelt aan de auditor is dat deze onder andere een stelsel van kwaliteitsbeheersing, een programma rond permanente educatie en een externe toezichthouder moet hebben. Hierdoor lijkt in ieder geval in de Nederlandse markt de accountant de meest logische partij te zijn die deze informatie gaat voorzien van een verklaring met een beperkte mate van zekerheid.
Of de accountant de werkzaamheden zelf uit gaat voeren of gaat uitbesteden aan een externe deskundige in lijn met NVCOS 620, is een vraagstuk die elke accountant voor zichzelf moet afwegen. Deze vraag zou ook per type klant kunnen verschillen naargelang de complexiteit van de klant erom vraagt. Voldoende capaciteit en de juiste expertise lijken ook hier een grote uitdaging te worden voor de markt.
Is er een duidelijke norm?
Het geven van beperkte mate van zekerheid betekent dat de informatie moet worden getoetst aan een norm. Voor de CSRD wordt er een nieuwe norm ontwikkeld door de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group). De EFRAG is een Europese instantie die normaal gesproken advies uitbrengt, maar nu specifiek door de Europese Unie is gevraagd om standaarden te ontwikkelen. Deze standaarden zijn nog in ontwikkeling en worden de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) genoemd. De standaarden worden gemaakt in samenwerking met het Global Reporting Initiative (GRI), momenteel het meest gebruikte raamwerk voor het verantwoorden van niet-financiële informatie.
Door de aansluiting te zoeken met het GRI beoogt de EFRAG een duidelijke norm te creëren. Het GRI wordt al enkele jaren gebruikt door grote organisaties om een geïntegreerd of separaat duurzaamheidsverslag te maken. Grote bedrijven hebben op deze informatie veelal vrijwillige controle laten plaatsvinden waardoor er met de accountant al enkele stevige discussies zijn gevoerd. Dit heeft gezorgd voor meer eenduidige interpretaties van de standaarden. Dit maakt het GRI momenteel het meest robuuste raamwerk dat er is op het vlak van duurzaamheidsinformatie. Wel blijft het vakgebied van niet-financiële informatie in vergelijking met financiële informatie een jong vakgebied waar nog veel openstaande vraagstukken bestaan. Zeker als de belangen groter worden, zal de intensiteit van de discussie toenemen.
Tijdlijn standaarden
De ESRS-standaarden zijn op 30 april 2022 in concept opgesteld en opengesteld ter consultatie aan het publiek. Deze bevatten twee algemene standaarden, vijf standaarden op het vlak van ‘Environmental’, vier standaarden voor ‘Social’ en twee op het gebied van ‘Governance’. De consultatieronde eindigt 8 augustus 2022, waarna de standaarden definitief worden gemaakt door de EFRAG. De EFRAG beoogt de definitieve standaarden voor eind 2022 openbaar te maken.
Dat de definitieve ESRS-standaarden eind 2022 openbaar worden gemaakt, is een van de belangrijkste argumenten om de CSRD uit te stellen. De set aan standaarden waar alle grote ondernemingen aan moeten voldoen, is uitgebreid en gedetailleerd. Voor vele ondernemingen betekent dit een omslag in de manier waarop ze omgaan met niet-financiële informatie. Dit uitstel geeft hun de benodigde voorbereidingstijd om deze transitie gedegen op te pakken.
Om ontwikkelingen weer te geven, is het gebruikelijk om te verwijzen naar de beweging van de indicator ten opzichte van voorgaand jaar (het vergelijkende cijfer). Door de impact van de CSRD is de verwachting dat het vergelijkende cijfer eenmalig wordt vrijgesteld van opname. Dit maakt het voor bedrijven enerzijds eenvoudiger, omdat minder informatie gedeeld hoeft te worden. Anderzijds wordt het voor bedrijven lastiger om ontwikkelingen te duiden.