Rechtsherstel box 3 massale bezwaren en niet onherroepelijke aanslagen bekend
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad (24 december 2021, 21/01243, ECLI:NL:2021:1963) dat de forfaitaire box 3-heffing over de jaren 2017 en 2018 vanwege strijdigheid met het Eerste Protocol bij het EVRM terzijde moet worden geschoven als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. De Hoge Raad stelde dat het voordeel uit sparen en beleggen in deze procedure moet worden bepaald op het werkelijk behaalde rendement.
Op 4 februari 2022 volgde een collectieve uitspraak op bezwaar aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2017 tot en met 2020, waarin alle bezwaarschriften tegen de aanslagen inkomstenbelasting 2017 tot en met 2020 die aangewezen zijn als massaal bezwaar gegrond verklaard werden.
Automatisch rechtsherstel
Medio april 2022 besprak de staatssecretaris van Financiën twee varianten voor rechtsherstel met de Tweede Kamer. Op 28 april 2022 werd bekend dat belastingplichtigen wiens bezwaar is aangewezen als massaal bezwaar over de belastingjaren 2017-2020 voor 4 augustus 2022 automatisch rechtsherstel krijgen via de zogenaamde forfaitaire spaarvariant. Eenzelfde rechtsherstel wordt opvolgend automatisch geboden voor alle nog niet onherroepelijk vaststaande of nog niet opgelegde aanslagen box 3 over de belastingjaren vanaf 2017 (hierna volgende planning onder voorbehoud van onvoorziene complicaties):
- Vanaf augustus 2022 worden alle aanslagen 2021 gefaseerd opgelegd. Op dat moment is waarschijnlijk ook een nieuwe versie van de online aangifte 2021 beschikbaar. Indien gewenst (bijvoorbeeld in verband met een nieuwe partnerverdeling) kan de aangifte 2021 dan opnieuw ingediend worden.
- Vanaf medio september 2022 wordt daarnaast herstel geboden voor alle aanslagen 2017 tot en met 2020 die op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden.
- Vanaf medio oktober 2022 volgt rechtsherstel voor alle aanslagen 2017 tot en met 2020 waarvoor nog geen aanslag was opgelegd.
(Nog) geen rechtsherstel voor niet (tijdige) bezwaarmakers
Voor belastingplichtigen die niet tijdig bezwaar maakten, volgt (nog) geen rechtsherstel. De staatssecretaris wil hiervoor eerst het oordeel van de Hoge Raad in een box 3-procedure afwachten. Op 24 maart 2022 nam advocaat-generaal Niessen een nadere conclusie in deze procedure. Het arrest van de Hoge Raad wordt in het najaar van 2022 verwacht. Daarna beslist het kabinet of ook aan deze doelgroep rechtsherstel geboden wordt. Dit besluit wordt ruim voor het einde van 2022 genomen. Het is niet nodig om nu al een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen. Belastingplichtigen die het niet eens zijn met de beslissing van het kabinet, kunnen na die beslissing nog een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Voor het belastingjaar 2017 verloopt de vijf jaarstermijn op 31 december 2022.
Forfaitaire spaarvariant
Het rechtsherstel met de spaarvariant vindt automatisch plaats op basis van de werkelijke verdeling van het spaargeld en de beleggingen van een belastingplichtige. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
- spaargeld wordt belast op basis van de actuele spaarrente (0,25% in 2017, 0,12% in 2018, 0,08% in 2019, 0,04% in 2020 en 0,01% in 2021);
- voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente (3,43% in 2017, 3,20% in 2018, 3% in 2019, 2,74% in 2020 en 2,46% in 2021);
- voor beleggingen (effecten en onroerend goed) wordt uitgegaan van het nu ook geldende meerjarige gemiddelde rendement voor beleggingen (5,39% in 2017, 5,38% in 2018, 5,59% in 2019, 5,28% in 2020 en 5,69% in 2021).
Wetsvoorstel overbruggingswet 2023 en 2024
De beleidsregels om de precieze vormgeving van het rechtsherstel te verankeren worden in een beleidsbesluit opgenomen. Dit beleidsbesluit wordt vervolgens in een wetsvoorstel omgezet voor de jaren 2023 en 2024. Het wetsvoorstel overbruggingswet wordt op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aangeboden. Ook in de jaren 2023 en 2024 zal de box 3-heffing dan plaatsvinden volgens de forfaitaire spaarvariant.
Toekomstig box 3-stelsel vanaf 2025
Vanaf 2025 volgt een nieuw systeem waarbij de belasting in box 3 geheven wordt over het werkelijke rendement. Het voorstel is om box 3 vorm te geven als een vermogensaanwasbelasting. In box 3 wordt dan belast:
- de reguliere inkomsten (zoals rente, dividend, huur, pacht verminderd met de kosten), maar ook
- de waardeontwikkeling van het vermogen (denk aan koerswinst/verlies op aandelen en waardestijging/daling van onroerend goed).
Voor meer informatie over het voorstel voor box 3 vanaf 2025 wordt verwezen naar het bericht Contouren toekomstig box 3-stelsel vanaf 2025.
Tot slot
Bureau vaktechniek heeft gekozen om de laatste ontwikkelingen vanaf 15 april 2022 in dit nieuwsbericht samen te vatten. De signalering Box 3: laatste stand van zaken zal vooralsnog niet geactualiseerd worden. Als op een later moment het beleidsbesluit of het daaruit volgende wetsvoorstel bekend is, zal dat aanleiding zijn voor het updaten van de signalering of het uitbrengen van een nieuwe publicatie.
Op 28 april 2022 verscheen een Kamerbrief over rechtsherstel en overbruggingswetgeving box 3. De belangrijkste onderdelen uit deze brief zijn hiervoor weergegeven. Voor meer details wordt verwezen naar de brief en het op 28 april verschenen nieuwsbericht Bezwaarmakers box 3 krijgen voor 4 augustus herstel met spaarvariant.