SRA-cursusoverzicht
Dossier Box 3
Dossier Duurzaamheid
RJ 2025
RJk 2025
Dossier Wwft
Inleiding toekomst BOR en DSR
In de Voorjaarsnota 2023, de Kamerbrief over 2e Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda Rutte IV en een Kamerbrief met de uitkomsten van het vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsregelingen waren al een aantal maatregelen opgenomen die in 2024 en 2025 in zouden moeten gaan.
Het op Prinsjesdag 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 bevatte aanpassingen in de BOR en DSR die met ingang van 2024 en 2025 ingaan. Op 19 december 2023 is het wetsvoorstel aangenomen door de Eerste Kamer en op 27 december 2023 is de wet in het Staatsblad gepubliceerd. Nadere maatregelen met beoogde ingangsdatum 2025 en 2026 zijn opgenomen in de op 19 april 2024 gepubliceerde internetconsultatie Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025. SRA reageerde hierop.
Aangenomen maatregelen
In de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 zijn de volgende maatregelen opgenomen:
- Met ingang van 2024: aan derden ter beschikking gesteld onroerend goed is standaard beleggingsvermogen.
- Met ingang van 2025:
a. Geen doelmatigheidsmarge van 5% in de BOR (in de DSR ab wordt de doelmatigheidsmarge ook afgeschaft, maar naar verwachting niet eerder dan met ingang van 1 januari 2028).
b. Keuzevermogen alleen ondernemingsvermogen voor zover gebruikt voor bedrijfsdoeleinden in de BOR en DSR ab.
c. Geen dienstbetrekkingseis in de DSR ab.
d. Minimumleeftijd van 21 jaar voor de BOR en DSR ab bij schenking.
e. Vrijstelling van de BOR naar 100% tot € 1.500.000 en 75% daarboven.
In internetconsultatie opgenomen maatregelen
In de internetconsultatie Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 zijn de volgende voorgestelde maatregelen opgenomen:
- Met ingang van 2025: verkorting van de voortzettingstermijn uit de voortzettingseis van vijf naar drie jaar.
- Met ingang van 2026 onder meer:
a. Beperking BOR en DSR ab tot reguliere aandelen met een minimumbelang van 5%.
b. Andere strengere invulling toepassing BOR en DSR ab voor preferente aandelen.
c. Makkelijkere wijziging structuur/rechtsvorm zonder dat strijd met voortzettingstermijn en bezitstermijn ontstaat.
d. Tegengaan onbedoeld gebruik BOR door maatregelen rollatorinvesteringen en dubbel gebruik BOR