Sla menu over
Thuis in uw branche
  • Publicatiedatum:25-10-2021

Verplichte rapportering Fraude & Continuïteit in de controleverklaring

SRA heeft gereageerd op de NBA consultatie Verplichte rapportering Fraude en Continuïteit in de controleverklaring. De NBA heeft vorig jaar onder politieke druk aan de Tweede Kamer toegezegd dat accountants in hun controleverklaring expliciet gaan toelichten welke werkzaamheden ten aanzien van continuïteit en fraude zijn verricht en wat hierbij eventuele bevindingen waren.

Kompas

Het consultatiedocument vult de Controlestandaarden aan met deze rapportageverplichting. De internationale standaarden kennen die verplichting (nog) niet.

De consultatie en de verplichte rapportering over fraude en continuïteit houden op dit moment de gemoederen binnen (en ook buiten) de sector flink bezig. Op accountant.nl (zie hieronder) zijn diverse reacties op het proces richting rapportageverplichting te lezen. Van belang in dat kader vindt SRA met name de vragen ‘wat is het doel: welk probleem wordt er nu opgelost’; en ‘waarom is de keuze gemaakt voor een verplichte rapportering?’.

Wat is de toegevoegde waarde?

Voorop staat dat juiste financiële infomatie en communicatie voor gebruikers (en stakeholders) van de controleverklaring van uiterst belang is. De vraag die SRA daarom in dit kader nadrukkelijk ook wil  stellen is, wat deze extra informatie als resultaat heeft:

Welke impact heeft een verplichte rapportage binnen de keten op accountantspraktijken, bestuurders en toezichthouders, en op gebruikers en stakeholders bij de controleverklaring? Levert dit een bijdrage aan het oplossen van problemen rond fraude en (dis)continuïteit? Levert de rapportage voldoende informatie zodat gebruikers van de controleverklaring met meer zekerheid, kennis en kunde hun besluiten kunnen nemen? En is er voldoende nagedacht over de impact op de wisselwerking tussen ondernemingen en accountants, in relatie tot de proportionaliteit, doelmatigheid en de huidige wettelijke en juridische realiteit?

Spanningsvelden

Vanuit dit kader bezien vindt SRA de keuze voor invoering van een rapportageverplichting te prematuur. Daar komt de volgende overweging bij: Wanneer we de wettelijke realiteit (de onderneming is primair verantwoordelijk voor de jaarrekening) koppelen aan de huidige wettelijke verslaggevingsverplichtingen, dan zien we mogelijke spanningsvelden ontstaan binnen de keten.

Zo’n mogelijk spanningsveld is bijvoorbeeld dat de Raad voor de Jaarverslaggeving op dit moment niet in actie kan komen zonder dat de wetgever overgaat tot een wijziging in BW2 titel 9. Een ander mogelijk spanningsveld vormen bijvoorbeeld negatieve effecten op discussies tussen onderneming en accountant over de rapportage rond ‘continuïteit’, een thema waarvoor niets binnen een wettelijke kader geregeld is.

Geen weg terug

Gegeven het feit dat de NBA inmiddels de keuze voor verplichte rapportering heeft gemaakt, hebben we gemeend de consultatie pragmatisch te benaderen. Hoe kunnen we zaken zo inregelen dat de rapportageverplichting mogelijkerwijs ook iets brengt voor accountantspraktijken in het mkb?

In samenspraak met het SRA-bestuur heeft de commissie Kwaliteit Vaktechniek afwegingen gemaakt, waarbij proportionaliteit voorop staat. Wat stellen we kort samengevat voor?:

  1. Om accountants goede handvatten te geven, moet het wettelijke kader (BW2 titel 9) worden aangepast;
  2. Met de nieuwe wettelijke kaders kan de Raad voor de Jaarverslaggeving de richtlijnen en toelichtingsvereisten aanpassen en zowel ondernemers (als verschaffers van informatie) als accountants guidance geven;
  3. Wanneer de accountant na risico-analyse en werkzaamheden in het kader van continuïteit tot het oordeel komt ‘er is niets aan de hand’, stellen we een keuzemogelijkheid voor om de sectie ‘Controleaanpak Continuïteit’ wel of niet op te nemen in de controleverklaring;
  4. Wanneer de frauderisico-analyse leidt tot het uitgangspunt van geen klantspecifiek frauderisico en de uitkomsten van de werkzaamheden van de accountant bevestigen dit (denk aan situaties zoals bij ‘less complex entities’), stellen we voor een keuzemogelijkheid  om de werkzaamheden van de accountant (in de sectie Controleaanpak Frauderisico’s) wel of niet in de controleverklaring op te nemen;
  5. Omdat met name de kwaliteit in de keten gediend moet zijn, stellen we voor om na twee jaar van rapportering een effecten-evaluatie te laten uitvoeren waarbij gebruikers en stakeholders worden betrokken. Meer specifiek toegespitst op de scenario’s vermeld bij punt 3 en 4, kan dan tevens geëvalueerd worden of en hoe de kwaliteit binnen de keten wordt beïnvloed in de situaties waarin accountants(organisaties) genoemde werkzaamheden wel en niet opnemen in de controleverklaring.

Voor de onderbouwing van deze voorstellen verwijzen we naar volledige reactie op de NBA consultatie.

Gerelateerd nieuws

Eerder SRA nieuws