SRA pleit voor uniforme en proportionele duurzaamheidsstandaard voor het mkb
Mkb-ondernemingen die onderdeel uitmaken van een keten moeten duurzaamheidsinformatie gaan aanleveren aan hun klanten. Dat is het gevolg van de CSRD, de Corporate Sustainability Reporting Directive. Ook banken zullen deze informatie gaan opvragen.
Het gevaar bestaat dat mkb-ondernemers worden overladen met een grote diversiteit aan data-uitvragen; op dit moment gebeurt dat al, blijkens signalen die SRA-leden krijgen van hun klanten. De VSME, een vrijwillige (concept-)standaard die is ontwikkeld voor het mkb, kan zorgen voor meer eenduidigheid en structuur. SRA heeft input gegeven op de consultatie van de EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group).
Waarom heeft SRA gereageerd?
SRA is een vereniging van 370 accountantskantoren die gezamenlijk 55% van het mkb bedienen. We zijn groot voorstander van transparante duurzaamheidsinformatie op een uniforme, proportionele en uitvoerbare manier die passend is voor het mkb. Dit voorkomt dat mkb-ondernemers onnodig belast worden met verschillende uitvragen per leverancier, en draagt bij aan eenduidigheid en vergelijkbaarheid. Op termijn draagt deze verbetering voor het meten van -en communiceren over duurzaamheidsprestaties bij aan het succes en positieve impact van mkb-ondernemers op de maatschappij en het milieu.
Waar gaat het om?
De EFRAG ontwikkelt rapportagestandaarden voor milieu- en sociale aspecten en bestuur, de zogenaamde European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Deze standaarden zijn van toepassing voor grote ondernemingen die op basis van de CSRD moeten rapporteren over de milieu- en sociale impact van hun bedrijfsactiviteiten (ESG, environmental, social & governance). Hierbij gaat het niet alleen om de directe impact uit eigen activiteiten, maar ook om de impact in de waardeketen. Mkb’ers die toeleverancier zijn van CSRD-plichtige ondernemingen zullen deze ESG-informatie aan deze klanten moeten gaan verstrekken. Hetzelfde geldt voor de aanlevering aan banken omdat zij moeten rapporteren over duurzaamheid op basis van de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation). Om mkb-ondernemingen te faciliteren heeft de EFRAG een concept-rapportagestandaard ontwikkeld, de VSME ED (Voluntary Standard for non-listed SMEs). Deze standaard is een richtlijn die speciaal is ontwikkeld voor kleine en middelgrote bedrijven (mkb) om vrijwillig te rapporteren over hun ESG-prestaties. De EFRAG heeft in een publieke consultatie om feedback op de door haar ontwikkelde standaard gevraagd. Namens SRA heeft Harry Marissen, voorzitter van de commissie duurzaamheid, gereageerd op de consultatiesurvey.
Wat is ons advies?
De kern van de boodschap richting de EFRAG is dat SRA positief is over het beschikbaar stellen van een rapportagestandaard voor duurzaamheidsverslaggeving in het mkb. Het stelt deze ondernemingen in staat om op een verantwoorde en transparante manier te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Belangrijke voorwaarde is dat de standaard tegemoet komt aan de specifieke eigenschappen van het mkb. Wij vragen daarbij aandacht voor de volgende drie aspecten:
- Uitvoerbaarheid (gevraagde keteninformatie zal tegen aanvaardbare kosten moeten worden gegenereerd)
- Proportionaliteit (gevraagde keteninformatie moet een doel dienen)
- Uniformiteit (duidelijke definities van maatstaven die niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn)
Daarbij vragen wij om voldoende guidance, waarbij bijvoorbeeld materiële onderwerpen per sector worden gedefinieerd. Tevens vindt SRA belangrijk dat de ketenuitvraag wordt gemaximeerd tot een beperkte set van duidelijke maatstaven waarover moet worden gerapporteerd (een zogenaamde ‘value chain cap’).
Hoe ziet de VSME eruit?
De VSME bestaat uit drie delen:
A. Basismodule
B. Uitgebreide module (de PAT-module)
C. Businesspartnermodule
In de basismodule moet een bedrijf eerst een keuze maken welke van deze drie delen gebruikt gaan worden. Men kan kiezen uit alleen A, of A +B, A + C of alle (A=B+C) modules. Als bijvoorbeeld module B niet gekozen wordt moet in module A beschreven worden wat voor praktijken een bedrijf onderneemt om ESG verder te ontwikkelen. Daarnaast zitten in de basismodule tien vaste onderdelen waar bedrijven - als ze relevant zijn - over moeten rapporteren. Worden ze niet relevant geacht dan moet dit worden beschreven. Bij deze onderwerpen moet u denken aan emissies, verontreiniging, biodiversiteit, watergebruik, grondstoffengebruik, personele zaken, gezondheid, beloning, effecten in de keten, boetes en/of veroordelingen.
De uitgebreide module wordt in het Engels de PAT-module genoemd. Dit betekent dat men zich richt op beleid (policies), acties (actions) en doelstellingen (targets). Hierin zit aansluiting met de strategie en het businessmodel van een bedrijf. De dubbele materialiteitsanalyse, het beleid, de waardeketen, stakeholdersanalyse en alles rondom bestuur (governance) wordt hierin uitgewerkt.
De laatste module (C) richt zich op elf onderwerpen met diverse kpi’s die vaak gevraagd worden bij ketenuitvragen. Dit kan bedrijven helpen – zodat ze de gegevens maar één keer hoeven te verzamelen - en op deze manier de efficiency bevorderen. De uitvragende bedrijven moeten dan het mkb niet méér vragen dan hetgeen in deze module is opgenomen.
Tot slot
De deadline voor het reageren op de standaard is 21 mei. Wilt u nog reageren, dan kunt u hier kennisnemen van onze antwoorden op de uitvraag.