'Weer een voorontwerp personenvennootschappen'
Al vele jaren wordt nagedacht over nieuwe wetgeving voor personenmaatschappen. Enkele jaren terug was het er bijna van gekomen, maar na vele kritieken is het wetsvoorstel toentertijd uiteindelijk ingetrokken.
De noodzaak om de wetgeving aan te passen is evenwel blijven bestaan. Naar aanleiding van diverse initiatieven om toch tot een nieuwe wettelijke regeling te komen, is recent als internetconsultatie een voorontwerp gepubliceerd voor zo’n nieuwe wettelijke regeling. Iedereen mag reageren en op basis van die input zal een concreet wetsvoorstel worden ingediend.
Verbeteringen nieuwe voorstel
Dit voorstel verdient alle lof. Met name de invoering van rechtspersoonlijkheid, waardoor de vennootschap eigenaar kan worden van bijvoorbeeld het pand maar ook van andere vermogensbestanddelen, is een grote stap voorwaarts. Tegelijkertijd wordt daardoor bereikt dat het persoonlijke firma- of maatschapsaandeel eenvoudig kan worden verkocht en eenvoudig toetreding kan plaatsvinden. Ook daarmee is de praktijk gediend. Heel belangrijk is dat, ondanks de voorgestelde rechtspersoonlijkheid, de fiscale transparantie behouden blijft. Mijn vooralsnog belangrijkste suggestie is om de vennootschap als rechtspersoon onder de werking van het jaarrekeningrecht te brengen.
Eén rechtsvorm voor beroeps- en bedrijfsbeoefenaars
Momenteel zijn vof, cv en maatschap afzonderlijke rechtsvormen waartussen verschillen bestaan. Zo is de firmant in een vof hoofdelijk aansprakelijk, terwijl de maat slechts evenredig aansprakelijk is. Het voorstel introduceert één nieuwe rechtsvorm, namelijk de vennootschap. Door middel van die vennootschap kunnen natuurlijke personen en/of rechtspersonen samenwerken, bijvoorbeeld om kosten te besparen of om gezamenlijk een onderneming te drijven. Deze nieuwe samenwerkingsvorm kan de naam vennootschap onder firma of maatschap krijgen. Op die manier hoeven bestaande namen dus niet te worden gewijzigd.
Rechtspersoonlijkheid
Een belangrijke voorgestelde vernieuwing is het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan de vennootschap. Daarbij wordt echter niet aangesloten bij de wettelijke regeling voor nv en bv in Boek 2 BW, maar wordt een eigen regime voor rechtspersoonlijkheid opgenomen in Boek 7 van het BW. De rechtspersoonlijkheid bestaat vanaf het moment van aangaan van de vennootschap. Goederen en zaken kunnen door de rechtspersoonlijkheid op naam van de vennootschap worden gesteld. Die zijn onder het voorgestelde recht dus geen gezamenlijke eigendom meer van de vennoten of maten. Bij toe- en uittreding door de rechtspersoonlijkheid is dan geen sprake meer van het overdragen van een aandeel in een onverdeeldheid/mede-eigendom, maar kan het aandeel in de rechtspersoon (als ware het gewone aandelen zoals wij die nu in een bv kennen) worden overgedragen. Omdat financiers dan ook zekerheidsrechten kunnen vestigen op het aandeel in de vennootschap, zouden participanten in de vennootschap ook eenvoudiger leningen kunnen verkrijgen. Op de hoofdregel dat de vennootschap als rechtspersoon eigenaar van zaken kan zijn, bestaat één belangrijke nuancering. Zolang de vennootschap nog niet is ingeschreven in het handelsregister, kan zij geen eigenaar worden van onroerende zaken.
Dat de vennootschap rechtspersoonlijkheid krijgt, betekent niet dat de thans bestaande aansprakelijkheid voor de vennoten eindigt. Zij zijn evenwel niet meer als privépersoon aansprakelijk omdat zij juridisch (mede) de contractspartij zijn. In het voorstel worden vennoten (dus ook huidige maten in een maatschap) pas hoofdelijk aansprakelijk voor verplichtingen die de vennootschap niet voldoet. Zolang de vennootschap niet is ingeschreven in het handelsregister, zijn alle vennoten hoofdelijk aansprakelijk. Inschrijving in het handelsregister is om die reden wel belangrijk. Als een opdracht nadrukkelijk aan één van de vennoten is toegekend, kan de opdrachtgever naast de vennootschap alleen die aangewezen vennoot hoofdelijk aansprakelijk stellen. De andere vennoten zijn dan dus niet hoofdelijk aansprakelijk jegens die opdrachtgever.
Ondanks de rechtspersoonlijkheid, bestaat in het wetsvoorstel derhalve de mogelijkheid om deze al dan niet in te schrijven in het handelsregister. Zolang die inschrijving niet heeft plaatsgevonden, gelden enkele afwijkingen ten opzichte van de situatie na inschrijving. Daarmee is aansluiting gezocht bij de regeling voor de informele vereniging zoals wij die thans al kennen. Echter, het zou naar mijn idee meer voor de hand hebben gelegen aansluiting te zoeken bij het voorstel van de werkgroep Van Olffen, die directe inschrijving in het handelsregister bepleitte. Zolang geen inschrijving heeft plaatsgevonden, bestaat dan hoofdelijke aansprakelijkheid, min of meer vergelijkbaar met de huidige situatie bij de bv. De nu gemaakte keuze leidt weer tot (potentiële) onduidelijkheid wie de vennoten zijn etc.
Daarmee kom ik op een ander punt. Evenals thans, bestaat in het voorstel geen noodzaak om de overeenkomst tot oprichting van de vennootschap bij een notaris te laten verlijden. Het zou naar mijn idee de voorkeur verdienen wél een notariële akte te vereisen: daardoor wordt immers ook gegarandeerd dat de betrokkenen door de notaris goed zijn voorgelicht over de consequenties en kan ook een bepaalde minimale kwaliteit in de overeenkomst worden geborgd. Weliswaar levert een notariële akte meerkosten op, maar de voordelen zijn evident.
Jaarrekening
Ook onderdeel van het voorstel is dat de vennootschap een boekjaar heeft, gelijk aan het kalenderjaar. Hiervan kan echter worden afgeweken. Binnen zes maanden (maximaal te verlengen met vier maanden) na afloop van het boekjaar zijn de vennoten verplicht de balans en de staat van baten en lasten van de vennootschap op te maken. Verrassenderwijs zijn de bepalingen van het jaarrekeningrecht niet van toepassing verklaard. Dat zou, nu is gekozen voor rechtspersoonlijkheid, naar mijn idee wel voor de hand hebben gelegen. Evenmin geldt een publicatieverplichting. Ook dat zou naar mijn idee de voorkeur verdienen omdat de kwaliteit van de jaarrekening dan wordt geborgd. Daarbij geldt dat de meerkosten daarvan beperkt zullen zijn; in de praktijk zal ook thans de jaarrekening van een personenvennootschap veelal door een accountant worden opgesteld, waarbij deze veelal toch al de RJk toepast. Door deze praktijk wettelijk vast te leggen, ontstaan dus extra administratieve lasten en kosten, zij het beperkt. Die balans moet op papier worden bewaard. De vennoten, erfgenamen van een vennoot, - en bij faillissement- de schuldeisers van de vennootschap hebben een wettelijk recht tot inzake in de administratie.
Toe- en uittreding van vennoten; aansprakelijkheid
De nieuwe regeling maakt het eenvoudiger om toe en uit te treden uit een vennootschap. Men verkoopt resp. koopt het aandeel, en niet langer de mede-eigendom in alle zaken die behoren tot het vennootschapsvermogen. De vennootschapsovereenkomst hoeft niet, zoals nu wel het geval is, eerst ontbonden te worden. Een uittredende vennoot is, op basis van de nieuwe regeling, 5 jaar na uittreding bevrijd van verplichtingen richting derden. Dat is een groot voordeel omdat de aansprakelijkheid nu veel langer kan blijven bestaan. Een uittredende vennoot heeft ook recht op een uittredingsvergoeding. Een toetredende vennoot wordt pas na toetreding aansprakelijk voor de op dat moment opeisbare vorderingen. Momenteel wordt de toetreder aansprakelijk voor alle (vroegere) verplichtingen. Deze aanpassingen zijn een grote verbetering.
Bevoegdheden van de vennoten
Vennoten zijn afzonderlijk bevoegd om te handelen voor zaken die binnen de normale bedrijfsvoering vallen. Bij zaken die buiten de normale bedrijfsvoering vallen, zijn de vennoten gezamenlijk bevoegd om te beslissen. Bij zowel het afzonderlijk handelen als het gezamenlijk handelen, handelen de vennoten voor rekening van de vennootschap. Door de nieuwe regeling moet een eventuele beperking in de vertegenwoordigingsbevoegdheid in het handelsregister worden ingeschreven. Alleen dan heeft deze beperking werking naar derden. Voor het overige zouden vennoten dus volledig bevoegd blijven.
Fiscale gevolgen en overgangsrecht worden nog uitgewerkt
Het wetsvoorstel dat voorziet in een nieuw wettelijk kader voor personenvennootschappen, heeft ook een aantal fiscale gevolgen. Deze gevolgen worden nog uitgewerkt en daarover kan nu dus nog weinig worden gezegd. Wel blijkt dat de fiscale transparantie blijft bestaan. Dat betekent dat de vennootschap zelf niet zal worden belast, maar dat de winsten worden toegerekend aan de participanten en bij hen worden belast. Voor de overdrachtsbelasting betekent de invoering van rechtspersoonlijkheid een grote verandering. Momenteel is het uitgangspunt, dat de gezamenlijke vennoten gezamenlijk (economisch) eigenaar zijn van de onroerende zaak die wordt ingebracht of gekocht. Straks wordt dat de rechtspersoon. De huidige inbreng en uitbrengvrijstelling voor samenwerkingsverbanden moeten hierop worden aangepast.
Naast de fiscale gevolgen, moet ook het overgangsrecht nog worden uitgewerkt. Hier moet men bijvoorbeeld denken aan de gevolgen voor de wijziging in de aansprakelijkheid en de andere benadering van commanditaire vennoten. SRA blijft dat uiteraard volgen.
Conclusie
Het wetvoorstel zorgt voor een nieuw wettelijk kader, waardoor ondernemen via een personenvennootschap aantrekkelijk wordt. De nieuwe regeling brengt veel civielrechtelijke gevolgen voor de vennoten en de schuldeisers met zich mee. Op fiscaal gebied is van belang dat de fiscale transparantie voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting behouden blijft. De nieuwe regeling heeft vooral gevolgen voor de overdrachtsbelasting, maar deze gevolgen zullen vaak weggenomen kunnen worden door de toepassing een vrijstelling. Belangrijke suggestie is dat ik er de voorkeur aan geef om het jaarrekeningenrecht en met name de RjK toe te passen.
Reacties graag naar vaktechniek@sra.nl