Voetzoekerbeleid
Na 225(!) dagen onderhandelen, presenteerde het Kabinet Rutte III haar regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’. Tot ieders verbazing was de afschaffing van de dividendbelasting daarin opgenomen.
Gezien de duur van de onderhandelingen mag men aannemen dat daar goed over is nagedacht. Aan zo'n Regeerakkoord liggen immers uitvoerige overlegrondes en werkgroepen ten grondslag die worden ondersteund door ambtelijke deskundigen en onder meer het CPB. Beleidskeuzes die in zo’n doorwrocht akkoord zijn vastgelegd, moet men, althans dat zou men denken als stabiel uitgangspunt voor de komende jaren kunnen zien. De politiek zeer ervaren onderhandelaars moeten geweten hebben dat de afschaffing van de dividendbelasting op veel en zelfs heftige maatschappelijke kritiek zou leiden. Zeker dan mag men van gepokt en gemazelde politici verwachten dat volmondig achter de fundamentele keuze voor afschaffing van de dividendbelasting blijven staan omdat men daar goed en lang over heeft nagedacht. Hoezeer worden wij daarin teleurgesteld.
Besluit Unilever
Dat een besluit van Unilever plotseling leidt tot een volledige ommezwaai roept een veelheid aan gefronste wenkbrauwen op. Met name ook over het beleidsmatige fundament onder de gemaakte keuzes. Plotseling blijkt het langdurig overdachte kabinetsbeleid kwetsbaar voor een individueel besluit van een belastingplichtige. En dan moet men vrezen voor de stabiliteit van andere keuzes.
Handhaving
Wat mijn probleem is, zult u zich afvragen. Wel, mijn probleem is zeker niet dat de dividendbelasting blijft bestaan. Daar heb ik vrede mee. Als econoom denk ik weliswaar dat de dividendbelasting als bronheffing niet de voorkeur verdient, maar handhaving van de dividendbelasting dient ook een goed doel. Zo wordt namelijk voorkomen dat dividend zonder enige vorm van belastingheffing in belastingvrije havens terechtkomt. Het kabinet stelde om die reden ook een bronheffing op dividend naar tax havens voor. Helaas was dat wetsvoorstel toch vooral voor de bühne en behoud van de dividendbelasting is ongetwijfeld effectiever. Nadeel van de handhaving van de dividendbelasting is evenwel dat de administratieve lastendruk blijft bestaan. Denk daarbij aan de kosten van de teruggaafprocedures door buitenlandse aandeelhouders, maar ook aan de dga die zowel een aangifte dividendbelasting moet doen, als een voorlopige aanslag inkomstenbelasting moet aanvragen voor het verschil tussen het ab-tarief en de dividendbelasting.
Vertrouwen
Waar zit mijn probleem dan wel? Dat is simpel gezegd dat er kennelijk geen goed doordacht lange termijn fiscaal beleid is. Als een incident als een besluit van Unilever direct tot zulke fundamentele 'heroverwegingen' leidt en de uitkomst daarvan bovendien in flagrante strijd is met het eerder als zeer belangrijk geponeerde globale evenwicht, dan is sprake van voetzoekerbeleid. En dat is slecht, slecht voor het vertrouwen in de politiek, maar zeker ook voor het vertrouwen in een stabiel fiscaal ondernemings- en vestigingsklimaat. Nederland moet, althans dat is mijn mening, eerlijk durven zeggen dat een lage belastingdruk voor ondernemers noodzakelijk is voor een bestendige economische groei. En nepondernemerschap moet worden voorkomen door de zelfstandigeaftrek af te schaffen en te vervangen door ofwel een lager tarief voor winst, ofwel een hogere MKB-winstvrijstelling.
Zo'n belastingdrukverdeling ten gunste van ondernemers leidt tot meer investeringen en dus meer banen en uiteindelijk meer consumptie. En een verschuiving naar een hogere omzetbelasting is toe te juichen omdat ook dat bijdraagt aan meer besparingen en investeringen. Dat alles is vooral ook goed voor het Nederlandse MKB. Gelukkig past de uitkomst van de heroverweging door het kabinet in dat plaatje. Maar ik hou mijn hart vast. Straks is de volgende aandeelhoudersvergadering van een multinational en dan kan het zomaar weer anders worden. Daar zit niemand op te wachten. Kabinet, alstublieft, zorg voor een goed doordacht en stabiel fiscaal beleid. Daarmee is ondernemend Nederland gediend en dat is uiteindelijk de basis voor een welvarende bevolking.