Thuis in uw branche
Ruud van den Dool

dr. Ruud van den Dool

dr. Ruud van den Dool is zelfstandig gevestigd belastingadviseur en verbonden aan het bureau Vaktechniek Fiscaal van SRA.

Common Reporting Standard, heeft de familie-bv een meldingsplicht?

  • Auteur: Ruud van den Dool
  • Publicatiedatum: 20-9-2021

Op grond van de (buitengewoon omvangrijke en complexe) Common Reporting Standard (CRS), dienen financiële instellingen gegevens over hun cliënten op te geven bij de Belastingdienst. Deze verplichting bestaat al enkele jaren, maar recentelijk is discussie ontstaan over de vraag of (o.a.) de familie-bv ook onder die rapporteringsverplichting valt.

In de terminologie van de CRS is sprake van een rapportageverplichting als de bv een financiële instelling, meer in het bijzonder een investment entity, is. Kort gesteld moeten de bezittingen dan (hoofdzakelijk) bestaan uit beleggingen in kasgeld, aandelen of andere vermogenstitels. De rapportageverplichting voor CRS sluit aan bij de FATCA rapportageverplichting bij de US-tax administration.

De bestaande onduidelijkheid over de familie-bv binnen de CRS is terug te voeren op een wijziging en een verduidelijking in de Leidraad FATCA/CRS van 23 juni 2020, Stcrt 2020, 34988. Uit de versie van 23 juni 2020 (blz. 14) volgt dat een holdingmaatschappij een financiële instelling is, ook als sprake is van een beperkt aantal aandeelhouders. Ten aanzien van de beleggings-bv met één directeur-grootaandeelhouder als enige aandeelhouder is volgens die versie echter geen sprake is van een clientrelatie tussen de bv en de dga (blz. 15) om welke reden deze beleggings-bv met slechts één aandeelhouder geen rapportageverplichting heeft (tenzij (een deel van) het vermogen wordt belegd door een professionele partij (bijv. vermogensbeheerder). Een andere uitzondering stond in par. 1.38 (blz. 16), welke gold voor een entiteit (zoals de bv) met een (zeer) beperkte groep van aandeelhouders uit één familie.

Op 5 oktober 2020 (Stcrt 2020, 52779) en 20 augustus 2021 (Stcrt 2021, 39 266) is evenwel een wijziging doorgevoerd. Ook na die wijziging geldt dat een bv met slechts één aandeelhouder, geen financiële instelling is. Par 1.38 is wel fundamenteel gewijzigd in: “Entiteiten (…) waarvan de activa bestaan uit kasgeld of beleggingen – of een holdingmaatschappij daarvan -, zijn een beleggingsentiteit in de zin van Sectie VIII.A.6 van de CRS en artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de NL IGA. Dit geldt ook voor deze entiteiten met een (zeer) beperkte groep van onmiddellijke en middellijke aandeelhouders of participanten die behoren tot één familie, die zich niet presenteren als beleggingsentiteit en die geen kapitaal uit de markt hebben aangetrokken noch (zullen) aantrekken.  Hieronder vallen onder andere bepaalde holdingvennootschappen met meer dan één aandeelhouder en familiefondsen.”

Volgens de toelichting bij deze wijzigingen heeft het Global Forum aangegeven dat de Nederlandse benaderingswijze in strijd is met de internationale standaard en dat het Global Forum niet akkoord ging met het in de Leidraad ingenomen standpunt. De vindplaats van die  concrete aanbeveling van het Global Forum is niet vermeld en heb ik ook niet kunnen vinden.

Uit de wijziging volgt dat zodra er meer dan één aandeelhouder is, er voor bepaalde holdingmaatschappijen een registratieplicht en informatieverplichting geldt bij de Nederlandse Belastingdienst. Dat is zelfs het geval als de bezittingen zich slechts in Nederland bevinden en er slechts Nederlandse aandeelhouders zijn en er geen belastingplicht in andere landen zou bestaan. Kern van de vraag is dan natuurlijk welke holdingmaatschappijen hier wel en welke daar niet onder vallen. De Leidraad is daar onduidelijk over; een en ander is afhankelijk van de beoordeling van de omstandigheden, feiten en activiteiten. Daar kunnen we dus weinig tot niets mee. Dan hoop je vervolgens dat de tekst van de CRS zelf duidelijkheid verschaft. Bepalend is dan, kort gesteld, of de (holding)-bv een Investment Entity is in de zin van Section VIII, onderdeel A sub 6(a) CRS. Volgens de aanhef van die bepaling zijn investment entities entiteiten die ten behoeve van klanten bepaalde (beleggings)activiteiten verrichten.

En daarmee zijn wij bij de kernvraag: zijn de aandeelhouders ook klanten? En daar stokt het verhaal. CRS noch toelichting geven daarover geen duidelijkheid. Ondernemingsrechtelijk zou ik menen dat een aandeelhouder geen klant is. En derhalve dat de familie-bv met één of meer aandeelhouders geen investment entity is en dus niet rapportageplichtig.

Durf ik het aan om dit hardop tegen een client te zeggen? Antwoord: Neen!! En, gezien de recente vragen aan bureau vaktechniek van SRA, ben ik niet de enige. Kortom, hier is snel duidelijkheid gewenst! Wij roepen derhalve het “contactcenter gegevensuitwisseling” van de Belastingdienst op hier spoedig nadere en voor iedereen duidelijke informatie over te geven, bij voorkeur door de inmiddels via diverse kantoren voorgelegde vele praktijkcases zo concreet mogelijk gemotiveerd te beantwoorden.

Reacties graag naar vaktechniek@sra.nl.

 

Bekijk alle opinie artikelen