Rappel: maak tijdig bezwaar tegen definitieve aanslagen IB met box 3
Het advies om individueel tijdig en juist bezwaar te maken tegen de aangifte inkomstenbelasting met box 3-heffing staat nog steeds. Op dit moment zijn er namelijk geen aanwijzingen dat een andere procedure, zoals een massaalbezwaarprocedure, gevolgd gaat worden.
Eerdere berichtgeving
Op 24 januari 2023 meldde SRA dat het advies was om tijdig en juist bezwaar te maken tegen de definitieve aanslag inkomstenbelasting met box 3-heffing door/namens iedere belastingplichtige die belang heeft bij de rechtsvraag of de Wet rechtsherstel box 3 voldoet aan het EVRM als het werkelijke rendement lager is. Daarnaast kan een tijdig bezwaar aan de orde zijn als bij toepassing van het rechtsherstel een gewijzigde partnerverdeling gunstiger kan zijn dan in de definitieve aanslag is toegepast.
Geen aanwijzingen voor andere procedure
SRA herhaalt dit advies. Op dit moment zijn er nog steeds geen aanwijzingen dat een andere procedure, bijvoorbeeld een massaalbezwaarprocedure, gevolgd gaat worden. Daarom is individueel tijdig en juist bezwaar noodzakelijk. Is het werkelijk behaalde rendement van de belastingplichtige daarom (veel) lager dan het door de Belastingdienst berekende box 3-inkomen? Dan is het verstandig om met de klant in overleg te gaan of het zinvol is om bezwaar te maken tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting. Houd er daarbij rekening mee dat de Belastingdienst bezwaren op deze grondslag zal afwijzen.
Niet wachten met bezwaar
U kunt niet wachten met het indienen van bezwaar met de gedachte dat dit later hersteld kan worden met een verzoek om ambtshalve vermindering. Het betreft hier namelijk de nieuwe rechtsvraag of – kort samengevat – de Wet rechtsherstel box 3 voldoet aan het EVRM als het werkelijke rendement lager is. Dit is een andere rechtsvraag dan in het kerstarrest van de Hoge Raad van 24 december 2021. Als deze nieuwe rechtsvraag door de Hoge Raad uiteindelijk ontkennend wordt beantwoord, zal de Belastingdienst te laat ingediende bezwaren daarom hoogstwaarschijnlijk afwijzen onder verwijzing naar artikel 45aa, aanhef en onderdeel b, Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001.
Jurisprudentie werkelijk rendement
Voorlopig is nog onduidelijk of ook recht bestaat op verdere verlaging als het werkelijke rendement lager is. Ook is onduidelijk hoe het werkelijke rendement moet worden bepaald. Inmiddels is hierover wel enige jurisprudentie verschenen, maar de Hoge Raad moet zich hierover nog uitspreken. De jurisprudentie van rechtbanken en gerechtshoven zit op dit punt ook niet op één lijn. Soms wordt rekening gehouden met waardedalingen of -stijgingen en soms niet.
TIP! In de rubriek selectie van rechtspraak in het Dossier Box 3 zijn samenvattingen alsmede verwijzingen naar de hiervoor aangehaalde jurisprudentie te vinden.
Ambtshalve vermindering na rechtsherstel in massaalbezwaarprocedure
Is rechtsherstel geboden door vermindering van de definitieve aanslag (dat wil zeggen rechtsherstel naar aanleiding van de massaalbezwaarprocedure die leidde tot het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021)? Dan is het advies om een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen als het werkelijk behaalde rendement (veel) lager is dan het door de Belastingdienst berekende box 3-inkomen. Voor zover dit verzoek betrekking heeft op het belastingjaar 2018, moet dit verzoek uiterlijk 31 december 2023 door de Belastingdienst ontvangen zijn. Voor het belastingjaar 2019 ligt die uiterste termijn op 31 december 2024 en voor het belastingjaar 2020 op 31 december 2025.
Bekijk ook ons actuele Dossier Box 3 met het laatste nieuws, publicaties van Bureau Vaktechniek, een selectie van rechtspraak en trainingen. |
Ook in de Nieuwsbank Heeft u een abonnement op de Nieuwsbank? Daar staat ook een artikel over dit onderwerp klaar dat u naar uw klanten kunt sturen. Heeft u nog geen abonnement op de Nieuwsbank? Kijk dan hier voor meer informatie. Bekijk ook de nieuwe abonnementsvorm met jaarlijks de Special Lonen, Miljoenennota en Eindejaarstips. |