SRA reageert op preconsultatie Modernisering Nederlandse sanctiestelsel
De voorgenomen herziening van de Sanctiewet brengt verandering mee voor accountants en belastingadviseurs. Uitbreiding van toepassing van wet- en regelgeving naar deze beroepsgroepen ligt in het verschiet. SRA reageert op de eerste gepresenteerde bouwstenen, die met name zien op de aandachtsgebieden administratieve organisatie en interne controle, onderzoek en screening, en uitbesteding.
Doel van de modernisering van de Sanctiewet (1977) is het versterken van het sanctiestelsel om nog beter te kunnen voldoen aan de eisen die gesteld worden vanuit de Europese sanctiebesluiten en -verordeningen. Daarbij zet het kabinet in op een eenduidige, gerichtere en versterkte samenwerking tussen alle partijen betrokken bij sanctienaleving, wat zowel de effectiviteit van als het draagvlak voor sancties kan vergroten.
Alhoewel nog veel van de modernisering op de tekentafel ligt, is duidelijk dat het kabinet opvolging wil geven aan één van de aanbevelingen uit het eindrapport van de Nationaal Coördinator Sanctienaleving en Handhaving om de handhaving van en het toezicht op sancties te verbeteren: leg dat toezicht op de naleving van de sanctieregels voor notariaat, advocatuur en accountancy vast en versterk de meldplicht ten opzichte van de geheimhoudingsplicht voor deze beroepsgroepen.
Risico's vaststellen en mitigeren
Ondanks dat duidelijk is dat het takenpakket van accountantspraktijken wordt uitgebreid, bestaat er nog geen zicht op de volledige impact op de huidige, reeds bestaande taken en verantwoordelijkheden van accountants(kantoren) en fiscalisten.
Duidelijk is wel dat het kabinet van accountantskantoren verwacht dat zij “maatregelen gaan nemen om risico’s op het overtreden van sanctiemaatregelen dan wel het faciliteren hiervan, vast te stellen en te beoordelen, waarbij de maatregelen in verhouding mogen staan tot de aard en omvang van de instelling”.
Bij het (1) opstellen van gedragslijnen, procedures en maatregelen en de toetsing op naleving hiervan, (2) het opstellen van dagelijks beleid, het (laten) uitoefenen van de compliancefunctie en auditfunctie en (3) het zorgdragen voor een adequate opleiding mag volgens het voorstel rekening worden gehouden met de risico’s, aard en omvang van de eigen organisatie.
Screeningsverplichting
Volgens het voorstel vormen de uitkomsten van het cliëntenonderzoek de basis voor een eventueel toe te passen screeningsverplichting. De eerste contouren geven aan dat bij het screenen van cliënten van een accountantskantoor van de accountant c.q. belastingadviseur wordt verwacht dat:
deze (artikel 6 lid 1) “een overeenkomst screent tussen haar client en natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarvan …. de tegoeden en economische middelen zijn bevroren die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van deze personen, entiteiten of lichamen” en
(artikel 6 lid 2) of er tussen deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen ook overeenkomsten zijn met de UBO van de client, de natuurlijke persoon die de client vertegenwoordigt, de derde persoon die de client vertegenwoordigt en de personenvennootschap en natuurlijke personen die de vennoten in de personenvennootschap vertegenwoordigt.
Aanbevelingen
SRA doet het kabinet een aantal aanbevelingen voor de verdere vormgeving van de bouwstenen. Zo vragen we bijvoorbeeld aandacht voor het mkb-perspectief, aansluiting bij bestaande wet- en regelgeving en voor regeldruk. Daarnaast verzoeken we om eenduidige, begrensde definities en praktische uitwerking van bijvoorbeeld de screeningsverplichting en het proportionaliteitsbeginsel.
Lees de complete reactie van SRA
Relevante documenten