Thuis in uw branche

Verschil in interpretatie Overgangsrecht Eigenwoningregeling

  • Publicatiedatum: 18-12-2012

SRA en RB hebben de Ministeries van Financiën en BZK (Wonen en Rijksdienst) vandaag gezamenlijk om opheldering gevraagd over een onderdeel uit de eigenwoningregeling. Onder fiscalisten blijkt verschil in interpretatie te bestaan over het wel/geen verlies van overgangsrecht in situaties waarin bestaande hypotheekleningen gedeeltelijk worden overgesloten.

In de mkb-praktijk heerst momenteel onduidelijkheid over de interpretatie van artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB 2001 (voorgestelde tekst 2013). De onduidelijkheid wordt veroorzaakt doordat in voormeld artikellid wordt gesproken over het “geheel aflossen van een tot de bestaande eigenwoningschuld behorende schuld”. Op Kamervragen hoe dit zich verhoudt tot een situatie waarin een belastingplichtige een gedeelte van een lening aflost, is geantwoord dat “ook gedeeltelijk oversluiten onder het overgangsrecht mogelijk is.” (Nota n.a.v. Verslag TK, blz. 30 en Memorie van Antwoord EK, blz. 16). De tekst van de wet en de parlementaire toelichting hierop lijken tegenstrijdig. Wij hebben de relevante Ministeries daarom de volgende twee voorbeelden voorgelegd met als doel de onduidelijkheid in de mkb-praktijk weg te nemen.

Voorbeeld 1

X heeft op 31 december 2012 een eigenwoningschuld van € 1.000.000. Deze eigenwoningschuld is opgebouwd uit één lening. In 2013 lost X € 100.000 af op deze eigenwoningschuld en sluit hij een nieuwe eigenwoninglening af van € 100.000. De overblijvende € 900.000 van de op 31 december 2012 aanwezige eigenwoningschuld wordt onder het overgangsrecht aangemerkt als een bestaande eigenwoningschuld. Kan artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB2001 zo geïnterpreteerd worden dat het in 2013 overgesloten deel van € 100.000 ook nog wordt aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld of geldt voor deze lening onverkort het nieuwe recht waarvoor aflossingseisen gelden?

Voorbeeld 2

X heeft op 31 december 2012 een eigenwoningschuld van € 1.000.000. De eigenwoningschuld komt voort uit één contract (de hypothecaire zekerheid is ook in één notariële akte verstrekt). De schuld is bij de geldverstrekker geadministreerd onder twee leningnummers. Leningdeel 1 bestaat uit een bedrag van € 900.000 en leningdeel 2 uit een bedrag van € 100.000. In 2013 lost X leningdeel 2 volledig af en sluit hij een nieuwe eigenwoninglening af van € 100.000. Leningdeel 1 wordt onder het overgangsrecht aangemerkt als een bestaande eigenwoningschuld. Kan artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB2001 zo geïnterpreteerd worden dat de nieuwe eigenwoninglening van € 100.000 ook nog wordt aangemerkt als bestaande eigenwoningschuld of geldt voor deze lening onverkort het nieuwe recht waarvoor aflossingseisen gelden?

SRA en RB zullen u snel mogelijk het antwoord van de Ministeries terugkoppelen.

Meer over dit onderwerp

  • notitie: Wijzigingen eigen woning: documenten en publicaties