Iedereen heeft talenten, ofwel aanleg, die ook op de werkvloer van grote waarde zijn. De kunst is om die talenten te ontdekken en te ontwikkelen, maar in de praktijk loopt dit nog vaak spaak. Een groot wereldwijd onderzoek van het Amerikaanse researchinstituut Gallup legt de vinger fijntjes op de zere plek: slechts twintig procent van de respondenten heeft het idee dat ze in hun werk dagelijks gebruik kunnen maken van hun sterke punten. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat organisaties die hier sterker op inzetten beduidend meer kans hebben op een geringer verloop, een hogere productiviteit en een grotere klanttevredenheid. Alle reden dus om hiermee aan de slag te gaan. Maar, onderstreept Mark Vijverberg, dat vergt wel een andere manier van denken en leidinggeven.
Positieve psychologie
Traditioneel werken en denken organisaties vanuit de ontwikkeling van competenties. Medewerkers worden getoetst aan een lijstje met competenties en moeten werken aan wat nog niet goed gaat. Je bent slecht in presenteren? Dan gaan we je daar eindeloos in trainen, ook al heb je er een hekel aan. Dit alles vanuit de gedachte dat zwakke punten de meeste ruimte bieden voor groei. Vijverberg pleit voor het tegenovergestelde: talentontwikkeling vanuit positieve psychologie. “Een focus op zwaktes gaat ten koste van de motivatie en het zelfvertrouwen. Kijk dus naar wat iemand goed kan, naar zijn sterke punten. Dáár ligt de meeste ruimte voor groei. Probeer niet van een vier naar een mager zesje te gaan, maar maak van een zeven een klinkende negen.”
Lees verder in de SRAadviseur
SRAadviseur februari 2020
Benieuwd naar andere artikelen uit de SRAadviseur?
Lees hier de gehele SRAadviseur