Thuis in uw branche

Aansprakelijkheid verkoper aandelen in een bv

  • Publicatiedatum: 25-4-2019

De invorderingswet kent een aansprakelijkheidstelling voor de verkoper van aandelen in een bv en voor de dga. Deze aansprakelijkheid is alleen aan de orde als de bezittingen van de verkochte bv voor meer dan 30% uit beleggingen bestaan.

VinkenArt. 40 Invorderingswet 1990 bevat de wettelijke grondslag voor de aansprakelijkheidstelling. Die geldt zowel voor de dga als voor diens holding als aandelen in een dochtermaatschappij worden verkocht. De dga, maar ook zijn partner en bloedverwanten in de rechte lijn, kunnen aansprakelijk worden gesteld als zij alleen of gezamenlijk een direct of indirect belang van meer dan 1/3 hebben in de verkochte bv.

Ten aanzien van een eventueel aansprakelijk gestelde partner en de kinderen die geen enkele betrokkenheid hebben gehad bij de bedrijfsvoering zoals die voor en na de verkoop van de aandelen heeft plaatsgevonden, is het aannemelijk dat zij relatief eenvoudig kunnen aantonen dat het niet betalen van belastingen niet aan hen is te wijten. Dan resteert nog het risico dat via het huwelijksvermogensrecht de aansprakelijkstelling wel bij de partner terecht komt.

Aansprakelijkstelling

De aansprakelijkgestelde die kan bewijzen dat de niet betaling van de belastingschulden niet aan hem is te wijten, ontkomt aan de aansprakelijkstelling. De bewijslast ligt echter uitdrukkelijk bij hem of haar. Als men aansprakelijk is gesteld op grond van deze bepaling, gelden bepaalde wettelijke waarborgen, zoals bijvoorbeeld dat men recht heeft op bepaalde inlichtingen en de hoogte van de aanslag kan betwisten. De aansprakelijkheid wordt beperkt tot het evenredig aandeel van de fiscale verplichtingen; een 40%-aandeelhouder kan voor 40% van de fiscale verplichting aansprakelijk worden gesteld.

Lees verder in de SRAadviseur

SRAadviseur april 2019

Benieuwd naar andere artikelen uit de SRAadviseur?

Lees hier de gehele SRAadviseur