Thuis in uw branche

Transparantie: toverwoord of …?

SRA over het rapport van de Commissie Toekomst Accountancysector

  • Publicatiedatum: 11-11-2019

De Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) vindt dat meer transparantie nodig is om scherp zicht te krijgen op de kwaliteit van de wettelijke controle.

Dit artikel is deel 2 van een reeks waarin we onze belangrijkste standpunten over de voorlopige bevindingen van de Commissie Toekomst Accountancysector verder verduidelijken. Uiteraard moeten onze oplossingsrichtingen in samenhang worden bezien. Zie daarvoor onze integrale reactie op het rapport.

CTAAccountantsorganisaties moeten de kwaliteit van wettelijke controles beter inzichtelijk maken door jaarlijks indicatoren over de kwaliteit van de uitgevoerde wettelijke controles te publiceren. Deze indicatoren worden gestandaardiseerd, door de toezichthouder voorgeschreven en gecontroleerd om de vergelijkbaarheid tussen organisaties en in de tijd te waarborgen. De indicatoren worden op één openbaar toegankelijke locatie bijeen gebracht om vergelijking van accountantsorganisaties te vergemakkelijken.

Is transparantie het toverwoord voor onze sector? Is transparantie het beste recept om legitimiteit, ‘license to operate’ te behouden? En gaan gestandaardiseerde indicatoren stakeholders en (daarmee) het vertrouwen in de sector helpen?

Illusie?

Transparantie heeft niet altijd het gewenste effect; de commissie Tabaksblat dacht met transparantie over remuneratie een soort schaamtegevoel op te wekken, maar deze gedachte bleek niet op te gaan. Het omgekeerde resultaat is werkelijkheid geworden. Sectoren als de zorg en het onderwijs zuchten onder transparantieverplichtingen die leiden tot meer administratieve lasten en werkdruk.

Maar los van deze negatieve effecten: krijgen stakeholders daadwerkelijk scherper (in)zicht op de kwaliteit van de wettelijke controle? Wat kunnen stakeholders met gestandaardiseerde indicatoren?

Inzicht

Inzicht in zulke indicatoren krijg je alleen als je weet hoe je de waarneming moet interpreteren. Daarvoor heeft de waarnemer kennis en vergelijkingsmateriaal nodig. Pas dan kan de stakeholder de achterliggende wereld begrijpen en daar desgewenst een oordeel over hebben. ‘Transparantie’ stelt dus minstens zo veel eisen aan de ontvanger van informatie als aan de verstrekker ervan. De vraag is of stakeholders daartoe in staat zijn, ook gegeven de constatering van de CTA dat de wettelijke controle complexe materie en een ‘credence good’ is, dat een eenduidige maatstaf voor kwaliteit ontbreekt en dat kwaliteit van een wettelijke controle moeilijk in harde cijfers te vangen is.

Voorbeelden

Wat zeggen bijvoorbeeld de indicatoren ‘aantal trainingsuren’ of ‘aantal verrichte wettelijke controles’ over de kwaliteit en kennis van de professionals binnen de accountantsorganisatie? Of, zoals Arnout van Kempen aanvoert in zijn inbreng op de Voorlopige bevindingen van de CTA: (wat zegt) ‘de indicator “hoeveel IT-specialisten worden per team ingezet”. Je kan stellen dat meer specialisten = meer kwaliteit. Je kan even makkelijk stellen dat minder specialisten omdat je team de deskundigheid zelf heeft = meer kwaliteit’. Creëren we met indicatoren geen schijnopenheid? En wat doet dit met verwachtingen die leven bij stakeholders? Is transparantie dan niet meer dan een valse belofte, en daarmee recept voor teleurstelling? 

Manage transparantie

Een eenduidige maatstaf voor kwaliteit is niet te geven, zeker niet voor een goede beleving ervan bij alle stakeholders van de accountancysector. De vraag is of ‘beleving’ überhaupt ondersteund kan worden door harde data. We moeten de oplossing hiervoor wellicht veel meer zoeken in transparante communicatie op maat, gericht op elk van de diverse stakeholders. Een in control statement is daarvan een voorbeeld, die voor het hele wettelijke controledomein kan gelden.

Meer lezen over onze reactie aan de CTA over transparantie?

Lees de volledige reactie van SRA

Eerder brachten wij: